Over een maand begint Hoogendoorn Bouw met een omvangrijk project in de kelders van de beroemde Koninklijke Schouwburg in Den Haag. Het doel van het werk is de kelderverdieping zodanig op te knappen dat de gebruikers van het gebouw verzekerd zijn van een optimaal werkklimaat. Ook deze keer kreeg Hoogendoorn Bouw de opdracht in het kader van een meervoudig onderhandse aanbesteding.
De Koninklijke Schouwburg in Den Haag werd in de 18e eeuw neergezet als paleis aan het Korte Voorhout. De opdrachtgever – Karel Christiaan van Nassau-Weilburg, de zwager van stadhouder Willem V – zou er echter nooit wonen. In 1802 werd het paleis omgebouwd tot schouwburg. Het gebouw met de elegant gebogen gevel van architect Pieter de Swart heeft de afgelopen eeuwen een prominente plek ingenomen in het culturele leven van de residentie. En doet dat nog steeds.
Bij de grootscheepse renovatie van de Koninklijke Schouwburg eind twintigste eeuw werd de kelderverdieping slechts kosmetisch aangepakt. De gemeente Den Haag, eigenaar van de schouwburg, wil echter vanwege optrekkend vocht de wanden laten impregneren en tegelijkertijd waar nodig de vloeren en plafonds vernieuwen. Hoogendoorn Bouw neemt deze opdracht op zich, inclusief sloopwerk, het behandelen van de eeuwenoude muren, het waar nodig plaatsen van nieuwe voorzetwanden, dekvloeren, timmerwerk en stukadoors- en schilderwerk. Ook worden alle vloeren van nieuw marmoleum voorzien. Het werk in de schouwburgcatacomben moet voor de jaarwisseling worden opgeleverd.