De afgelopen honderd jaar heeft Hoogendoorn Bouw grotendeels gewerkt vanuit één en dezelfde vestiging aan de Van Weede van Dijkveldstraat. Dat begon in 1928 op nummer 73, vijf jaar later kwam nummer 75 erbij. Beide huizen dateren uit 1909 en zijn oorspronkelijk als woning gebouwd. De bovenste etages hebben die functie nog steeds, maar op de begane grond zijn al 96 jaar de kantoor- en bedrijfsruimtes van Hoogendoorn Bouw te vinden.
Alternatieve toegangswegen
Sinds 1928 is de voordeur van nummer 73 de officiële entree. Maar er zijn alternatieve toegangswegen. Zo kun je de achterkant van beide panden bereiken via de toegangspoort rechts naast nummer 73 die naar het erf achter de huizen leidt. Tussen de poort en de voordeur van 73 bevindt zich een grote deur waarachter de garage schuilgaat die Ab Hoogendoorn in de jaren 30 liet bouwen om zijn geliefde personenauto te stallen. De garage is al lang geleden omgebouwd tot een kantoor(tje) dat tegenwoordig de werkplek is van Abs achterkleinzoon Bas als hij niet ‘en route’ is. Ook de schilderswerkplaats aan de voorzijde van nummer 75 heeft een eigen toegang met openslaande deuren, naast de huisdeur die naar de etages erboven leidt. In het halletje van nummer 75 is weer een aparte toegangsdeur tot de schilderswerkplaats.
Bouwkundige ingrepen
Tussen de twee woningen is in de jaren 30 op de begane grond een doorbraak gemaakt. Aan de achterzijde van nummer 75 bevinden zich de keuken en de kantine terwijl de benedenverdieping van nummer 73 alle kantoorruimtes herbergt. Onder de twee huizen zijn de kelders medio jaren 90 flink uitgebreid, met onder nummer 73 de houtkelder en onder nummer 75 de loodgieterskelder. Op de eerste verdieping van nummer 73 werd na de oorlog aan de zijkant een serre als wintertuin met volière op de garage neergezet. Het balkon aan de voorzijde maakte gelijktijdig plaats voor een erker. Maar er is meer, want een aannemer heeft natuurlijk ook een timmerwerkplaats nodig. In 1940 kocht Ab Hoogendoorn het huis aan de Bentinckstraat nummer 128-130 aan de achterzijde van nummer 73. Op de begane grond kwam de werkplaats voor de timmermannen en die bevindt zich daar nog steeds. Ook vanaf die plek is het mogelijk het erf achter 73 en 75 te bereiken.
De werf
Dat achtererf is de samenvoeging van de twee achtertuinen van Van Weede van Dijkveldstraat 73-75 en de achtertuin van Bentinckstraat 128-130. De grote buitenruimte werd vroeger door iedereen ‘de plaats’ genoemd en tegenwoordig door iedereen ‘de werf’. Zowel 73 als 75 is medio jaren 90 flink in noordelijke richting opgeschoven door de plaatsing van een 4 meter diepe aanbouw. Daardoor werd de werf kleiner, terwijl die eerder groter was geworden doordat Robbert Hoogendoorn in 1973 een stuk van de achtertuin van Bentinckstraat 132 had gekocht. De werf wordt onder meer gebruikt voor de opslag van bouwmaterialen, van bouwafval en van hulpmiddelen als steigers, hoogwerkers, aanhangwagens en ladders.
Sporen uit het verleden
Overal in en om het pand zijn sporen te zien van de lange geschiedenis van het aannemersbedrijf van de familie Hoogendoorn. Zo is in de schilderswerkplaats aan een van de wanden een grote klont verf te vinden, ontstaan doordat generaties schilders hun kwasten daar op één en dezelfde plek uitsloegen. Ooit zal een bouwhistoricus, als ware hij een dendroloog met een boomstam, de klont doorsnijden om aan de verflagen de ontwikkeling van de huisschilderkunde te beschrijven. Aan de straatkant van het kantoor herbergt het glas-in-lood al jaren gekleurde strookjes glas die de beginletter H van Hoogendoorn vormen. Door de poort loopt het smalspoor waarover vele Hoogendoorns en medewerkers de container met bouwafval naar de Van Weede van Dijkveldstraat hebben geduwd. In het kantoor van Jeroen Hoogendoorn hangt een aquarel in art-decostijl ter gelegenheid van het 10-jarig jubileum (1934) aangeboden door het personeel. In het kantoor van Paul Hoogendoorn zit in de toegangsdeur weer een glas-in-loodraam met middeleeuwse beroepen uit de bouwnijverheid ter gelegenheid van het 25-jarig jubileum (1949). In de vergaderruimte is nog altijd de kluis te zien waar tot eind jaren tachtig de weeklonen van het personeel veilig werden opgeborgen. En op verschillende plekken door het pand keert de handelsnaam De Econoom terug, waarmee Hoogendoor Bouw lange tijd reclame maakte voor de schilderswerkzaamheden.