De geschiedenis van 100 jaar Hoogendoorn Bouw is nauw verbonden met een buurtje in een van de bekendste Haagse wijken: het Statenkwartier. Dat begon met Dirk Hoogendoorn, vader van oprichter Ab Hoogendoorn, die eind 19e eeuw vanuit het Zuid-Hollandse dorpje Waarder naar Den Haag verhuisde. In die periode was het stratenplan van de nieuwe wijk in concept al getekend (1895), maar stonden er nog geen huizen. De allereerste woning die in 1898 werd voltooid, was Villa Henny aan de Scheveningseweg, van de hand van architect Berlage. In 1915 was de wijk grotendeels volgebouwd langs het waaiervormige stratenpatroon. Kenmerkend zijn de flinke herenhuizen, de grote pleinachtige kruisingen, de art nouveau-accenten en de lange en brede ontsluitingsweg: de Frederik Hendriklaan.

Bron: Gemeentearchief Den Haag
Dirk en Elsje
Het was aan een zijstraat van deze Frederik Hendriklaan dat de Hoogendoorns in 1914 voor het eerst bewoners van het Statenkwartier werden. Dirk Hoogendoorn betrok toen, met vrouw Elsje en vier zonen, een gloednieuwe woning aan de Bentinckstraat, op nummer 124. In dit buurtje in het Statenkwartier hebben de Hoogendoorns sindsdien gewerkt, gewoond en geleefd, met de nodige uitstapjes naar elders in Den Haag wanneer dat nodig was (of moest, zoals tussen 1943 en 1945).
Ab
Op de zolder van het pand in de Bentinckstraat begon Ab Hoogendoorn in 1924 zijn aannemersbedrijf, maar hij verhuisde al snel naar de Jan van Houtstraat 81 in het Geuzenkwartier, onderdeel van het Statenkwartier. Daar bleef hij tot hij in 1928 met zijn bedrijf verkaste naar de Van Weede van Dijkveldstraat, waar hij nummer 73 huurde.
Ab en Dirk
Daar kwam Ab zijn vader weer tegen, want die was inmiddels verhuisd naar nummer 75 in die straat. Vader en zoon waren dus buren. Was dat met als doel zijn zoon te steunen? We weten het niet, maar toen Ab vijf jaar later nummer 73 kocht, verhuurde vader Dirk de begane grond van nummer 75 aan zijn zoon die daar een schilderswerkplaats vestigde. In het huurcontract stond dat Ab het recht van koop had, wat inderdaad in 1938 gebeurde. Toen was Ab lang en breed met zijn Dolly getrouwd.
Dolly
Ook Dolly groeide op in het buurtje, op de Van Weede van Dijkveldstraat nummer 60. In datzelfde pand was toen de wijnwinkel van Dolly’s vader gevestigd, met de ingang op de Frederik Hendriklaan. Na hun pensioen verhuisden Dolly’s ouders, Martinus en Sientje Antonissen, naar de Van Weede van Dijkveldstraat nummer 82, iets verderop in de straat. Ab en Dolly bleven op nummer 73 wonen tot zij overleden, Ab in 1976 en Dolly in 2013.
Dick en Stien
Maar er waren meer familieleden in het buurtje. Zo trouwde Abs broer Dick met Stien van der Toorn, van IJzerwinkel Van der Toorn. Deze winkel was te vinden op de Frederik Hendriklaan nummer 89, pal naast de wijnwinkel van Antonissen. Stien zelf woonde met haar ouders in de Van Weede van Dijkveldstraat op nummer 76. Toen Dick en Stien na de oorlog uit Indonesië terugkwamen, trokken zij vanwege de woningnood in bij Dicks ouders Dirk en Elsje op nummer 75.
Robbert en Marijke
Daarmee houdt het verhaal van de Hoogendoorns in dit buurtje niet op. Abs oudste zoon Robbert ging met zijn vrouw Marijke na hun huwelijk in 1962 wonen op nummer 75, nadat in 1961 Robberts grootmoeder Elsje op de gezegende leeftijd van 87 jaar was overleden. Hier werden ook Robberts zonen Rob en Paul geboren. Robberts broer Peter woonde weer na zijn huwelijk twee jaar op Van Weede van Dijkveldstraat nummer 83. Het is en was al met al een heel klein stukje grond binnen het Statenkwartier waarop de Hoogendoorns leefden, woonden en werkten. Op die grond stond ook Bentinckstraat nummer 128 dat pal achter Van Weede van Dijkveldstraat nummer 73 ligt. Ab Hoogendoorn kocht dat pand in 1940 en richtte op de begane grond de timmerwerkplaats in.
Paul, Rob en Margot
Ook de zonen van Robbert en Marijke bleken dezelfde voorliefde voor dit buurtje te hebben. Zo is Paul altijd in het Statenkwartier gebleven. Hij werd geboren op nummer 75, woonde korte tijd bij oma Dol op nummer 73, vervolgens in het huis van de familie Antonissen op nummer 82 en boven de timmerwerkplaats aan de Bentinckstraat 128 tot hij via een woning op de Prins Mauritslaan zijn huidige huis vond op de Van Aerssenstraat. Pauls broer Rob woonde na zijn huwelijk met Margot lang buiten het Statenkwartier – maar wel in Den Haag natuurlijk – tot zij als ‘empty nesters’ in 2014 terugkeerden naar de Van Weede van Dijkveldstraat. Eerst korte tijd op nummer 60, later definitief op nummer 81.
Bas, Jeroen, Gijs en Jasper
En de volgende generatie? Zelfde laken een pak. Bas, de oudste zoon van Rob en Margot, huurde bijvoorbeeld een paar jaar de eerste etage van de Van Weede van Dijkveldstraat nummer 73, terwijl jongste zoon Gijs langere tijd in de Bentinckstraat op nummer 128 woonde. Middelste zoon Jeroen verblijft momenteel op de derde etage van de Van Weede van Dijkveldstraat nummer 60. Daar komt hij op de trap regelmatig zijn neef Jasper tegen, de oudste zoon van Paul, die daar de tweede etage huurt.