De geschiedenis van de familie en van de achternaam Hoogendoorn is niet klip en klaar. Er worden verschillende takken onderscheiden, maar onduidelijk blijft of die nu tot een en dezelfde stamvader te herleiden zijn of dat ze zich zelfstandig hebben ontwikkeld. Hoogendoorn is in ieder geval een aardrijkskundige naam, meer in het bijzonder een adresnaam om aan te duiden waar men woonde, net zoals dat geldt voor andere illustere achternamen uit de bouwwereld zoals Heijmans, Van Oord en Vermeer.

Er is een tak van de Hoogendoorns waarvan de oorsprong van de naam goed gedocumenteerd is, namelijk die van de familie uit het poldergebied de Hoge Doorn in Almkerk, in het land van Altena op de grens van Zuid-Holland en Noord-Brabant. Dat ligt zo’n veertig kilometer ten zuiden van een andere hotspot waar Hoogendoorns waren en zijn aan te treffen, namelijk Waarder. Dit Zuid-Hollandse dorp ligt vlak bij Oudewater, ook al een stadje met veel Hoogendoorns. In het dorp Waarder is er zelfs nog steeds een kaasboerderij Hoogendoorn actief, een verre verwant van het bouwbedrijf Hoogendoorn Bouw.
Meidoorn en woerden
De voorouders van de Haagse Hoogendoorns woonden al generaties lang in Waarder. Zij hadden een andere verklaring voor waar hun achternaam vandaan komt. Dat weten we omdat het familiewapen bekend is van de verre voorvader Hagen Jansz. Hoogendoorn, die rond 1630 moet zijn geboren. In dat wapen, te bewonderen in een glas-in-loodvenster in de Grote of St. Bavokerk in Haarlem, zien we een hoge meidoorn ‘op een terras van zilver’ met aan de voet drie zwarte woerden (mannetjeseenden), die weer ontleend zijn aan het gemeentewapen van Waarder.
Uitgerekend vanuit dit dorp Waarder verkast ene Dirk Hoogendoorn – de achterkleinzoon van de achterkleinzoon van Hagen Jansz. – met zijn jonge bruid Elsje de Koning eind negentiende eeuw naar de grote stad Den Haag, ook alweer over een afstand van veertig kilometer, maar dan in westelijke richting. Het zijn demografisch turbulente tijden in Nederland, net als in de rest van Europa. De bevolking in de grote steden groeit razendsnel en vanuit Waarder bekeken is er geen grotere stad dan Den Haag in de buurt, als we Rotterdam gemakshalve vergeten.
Dirk is op zoek naar avontuur. In Waarder ligt zijn toekomst niet. Hij is niet de oudste zoon, dus hij maakt weinig kans op overname van de boerderij van zijn ouders. Als hij niet de rest van zijn werkende leven wil slijten in dienst van zijn broer of van andere boeren, dan moet er wat gebeuren. Kansen zijn er te over in de stad Den Haag, die op dat moment groeit als kool.

De Sierkan
Via het melknetwerk komt Dirk na wat omzwervingen uit bij de ‘s-Gravenhaagsche Melkinrichting De Sierkan, een zuilvelfabriek die van 1879 tot 1961 in Den Haag actief was. Een van de vele melkuitgiftepunten van de fabriek staat op de hoek van de Frederik Hendriklaan en Bentinckstraat in het Statenkwartier. Deze buurt op zandgrond kwam tussen 1890 en 1915 tot stand als een van de vele nieuwe wijken om de snel groeiende bevolking op te vangen.
In 1910 staat Dirk geregistreerd als ‘beambte eener melkinrichting’ in het gloednieuwe pand dat speciaal voor De Sierkan is gebouwd. Terwijl beneden de melkkarren af en aan rijden, krijgt Dirk, die opklimt tot bedrijfsleider, met zijn gezin een van de woningen erboven toegewezen, met als adres Bentinckstraat 124. En het is daar op zolder dat de jongste zoon Ab, de grondlegger van Hoogendoorn Bouw, opgroeit en zijn eerste timmerklussen aanneemt en uitvoert.